Als een fiets zachte banden heeft moet je zwaar trappen! Zo is het ook met een auto: zijn de banden te zacht, dan moet de motor er harder voor werken.
Uit een steekproef van Milieu Centraal blijkt dat van de 868 auto’s slechts 20 procent van de banden hard genoeg opgepompt is. Met de juiste bandenspanning valt volgens deze organisatie veel geld en CO2 uitstoot te besparen. Een flinke onderspanning is van invloed op het brandstofverbruik, naast geld besparing wordt ook de uitstoot van auto’s verminderd. Als alle auto’s met de juiste bandenspanning zouden rondrijden, zouden we zo’n 0,4 megaton CO2 per jaar aan uitstoot besparen. Dat is net zo veel als ongeveer twee keer de uitstoot van de huishoudens van de gemeente Delft in een jaar.
Brandstof- en CO2besparing zijn twee redenen om regelmatig te controleren of de banden voldoende zijn opgepompt. Er is nog een derde reden en dat is veiligheid. Een te lage bandenspanning is van invloed op de wegligging en veroorzaakt onnodige slijtage. En een zachte band wordt snel heet, waardoor er meer kans is op een klapband. Maar ook een te hoge spanning is niet goed, dit zorgt namelijk voor een slechter contact met de weg en een hogere bandenslijtage.
De meeste autobezitters controleren hun bandenspanning echter maar zelden, laat staan dat ze hem aanpassen. Ons advies is om dit elke twee maanden te controleren, dus wacht niet af tot een controlebeurt of keuring bij de garage maar kijk zelf ook regelmatig de spanning na.
Tips voor het meten van de bandenspanning: